In het huidige schooljaar zijn in STO regio West-Brabant Midden 115 gastlessen gegeven in zowel het primair als voortgezet onderwijs. Allemaal momenten waarop professionals vanuit het bedrijfsleven kennis en ervaring delen met de leerlingen. Onze regio hecht veel waarde aan deze hybride professionals die bijdragen aan sterk techniekonderwijs. Dat laten wij o.a. ook zien met de samenwerking met RAP WB en Fontys. Samen proberen wij de vakman of – vrouw zo goed mogelijk te begeleiden in hun weg naar de gastles en ook de mogelijkheid aan te dragen om hybride techniekopleider te worden. Afgelopen jaar heeft Urfat Magerramov deze opleiding gevolgd en afgerond. Techniektalenten interviewde Urfat over zijn achtergrond en ervaring met de opleiding.
Om te beginnen: Kun je je kort voorstellen en wat vertellen over je achtergrond?
“Mijn naam is Urfat Magerramov. In 1992 ben ik als vluchteling naar Nederland gekomen. Tijdens de asielprocedure heb ik de Nederlandse taal geleerd en in 1997 een verblijfsvergunning gekregen. Op het moment dat ik die kreeg, heb ik me meteen aangemeld bij het toenmalig arbeidsbureau. Ik wilde graag een vak leren, zodat ik gelijk aan het werk kon. Bij het Centrum Vakopleiding heb ik verspaningstechniek geleerd. In het eerste jaar heb ik toen meteen daarnaast ook MBO Werktuigbouwkunde gedaan. Ik leerde dus vijf dagen overdag en ook nog drie avonden in de week: dat was pittig maar ook zeer leerzaam. Na één jaar heb ik mijn opleiding bij het Centrum Vakopleiding afgerond en na vier jaar heb ik mijn opleiding werktuigbouwkunde afgerond. Tijdens mijn studie en ook daarna heb ik gewerkt in Scherpenzeel, in de metaalindustrie. Momenteel werk ik in Raamsdonksveer als CNC en conventioneel draaier/frezer.”
Hoe ben je op het idee gekomen om Hybride Techniekopleider te worden?
“Door de automatisering bij het bedrijf waar ik nu werk, vind ik iets minder uitdaging in mijn werk. Omdat het moeilijk is om goede vakmensen te krijgen en producten complexer worden, is het bedrijf ook genoodzaakt te automatiseren. Ik vind het belangrijk om uitdaging te blijven vinden in mijn werk, ik ben een doener, een maker. Als ik resultaat zie, dan vind ik dat mooi. Tijdens gesprekken met mijn werkgever zijn we gaan kijken waar ik die uitdaging wel kon vinden. Ik heb altijd gezegd: ooit ga ik techniek docent worden. Mijn interesse in de maatschappij is zeer groot. Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in het onderwijs en ik wil kinderen graag een voorbeeld stellen. Wat ik kan: kunnen jullie ook! Ik wil laten zien dat er altijd kansen zijn en dat je die kunt pakken. Ook vind ik het leuk om kinderen iets te leren, kennis overdragen en dus inspireren.
Samen met mijn werkgever zijn we gaan kijken of en waar ik me kon laten scholen en toen kwamen we bij de Hybride Techniekopleider uit van Techniekcoalitie Brabant ”
Hoe is je ervaring met deze opleiding?
“Heel positief! Ik heb me kunnen verdiepen. Het was voor mij leuk om te doen. Het is laagdrempelig:
je krijgt informatie over onderwijs, didactiek, pedagogiek en gaat daar dieper op in. Je krijgt te maken met veel verschillende werkvormen. Er wordt uitgelegd dat je verschillende soorten onderwijs hebt en daarbij dus ook verschillende soorten leerlingen. Ik heb hier een mooi boek liggen: handleiding voor de leraar.
Het was heel interessant en heb de lat voor mezelf erg hoog gelegd. Ik was zo enthousiast dat ik meer heb gedaan dan nodig was. ik heb meer gedaan dan nodig was en heb de lat erg hoog voor mezelf gelegd. De docent was heel kundig. Ik leerde ook veel van hem, hoe hij dingen overbrengt, hoe hij lesgeeft. Hij gaf ons het goede voorbeeld.”
Tijdens je opleiding heb je stage gelopen in onze regio, hoe was dat?
“Voor de opleiding heb ik op twee scholen stage gelopen: bij scholengroep Tongerlo locatie DaVinci in Roosendaal en bij Curio Breda techniek en technologie.
Bij het DaVinci heb ik de eerste twee uur kennisgemaakt met de leerlingen van het praktijkonderwijs. Ik heb de lokalen leren kennen en we konden een beetje wennen. Bij het derde en vierde lesuur heb ik twee jongens begeleid. Dat vond ik heel bijzonder. Eén van de twee jongens was erg teruggetrokken, praatte moeilijk Nederlands, leek een beetje ongeïnteresseerd. Hij vond niets leuk, maar we zijn toch samen dingen gaan proberen. Ik deed eerst wat dingen voor en probeerde terwijl ik dat deed meer contact te maken. Dat ging goed en hij heeft daarna ook een hele tijd zelf gewerkt. Met een beetje aandacht en verbinding hadden we een heel groot resultaat.
Bij het mbo was het anders. Ik heb meegekeken en gesprekken gevoerd met een docent die als zij-instromer is binnen gekomen. Hij gaf me ook tips over zij-instromen. Tijdens de lessen heb ik voornamelijk gekeken. De leerlingen zijn al erg zelfstandig, zij kunnen veel zelf en weten wat ze moeten doen. De jongens werken natuurlijk ook al bij een bedrijf. Dat is natuurlijk heel goed en fijn, maar paste minder goed bij mij.
Het was interessant om op beide plekken te kijken en te leren, maar ik merk dat het voortgezet onderwijs dan beter bij mij past.”
Zie je verschillen in het onderwijs m.b.t. het bedrijfsleven?
“De cultuur is vooral anders. Het bedrijf maakt producten, dat is waar je mee werkt. Collega’s zijn voornamelijk zelfstandig bezig met hun eigen werk, natuurlijk is er samenwerking, maar je bent veel met je eigen ding bezig. In het onderwijs werk je niet aan een product maar met mensen, met leerlingen. Je verantwoordelijkheid ligt ergens anders. Maar bij beide is het fijn samenwerken, in het onderwijs zie ik veel collega’s elkaar steunen. Het is erg collegiaal.”
Hoe zie je je toekomst?
“Ons bedrijf is geen leerbedrijf, dat is jammer, want ik zou graag iets willen doen met begeleiding van leerlingen. Momenteel vind ik het namelijk ook heel leuk om mensen bij ons in te werken. Alleen dat gebeurt niet zoveel. Ik zou heel graag in een leerbedrijf willen werken, of in het onderwijs. Gastlessen geven zou ik bijvoorbeeld ook heel leuk vinden. Zo zou ik leerlingen graag uitleggen hoe je moet draaien en frezen. Ik heb nog geen ervaring met het werken in een leerbedrijf, maar wil dat graag onderzoeken.
Ik ben heel blij dat ik de kans gekregen heb van mijn bedrijf en van Opleiding Ontwikkeling Metaalbewerking, nu weer meer de praktijk in!”
